Wil ik dit werkelijk?
Aan het ontbijt laat Johan elke (doordeweekse) dag een kaart trekken met de spreuk van de dag. Vandaag is dat ' Wil ik dit werkelijk ?' Een gewetensvraag, die ieder voor zich anders zal beantwoorden. Ik kom daar verderop in dit verslag op terug. Eerst de dag zelf.
Nadat het ontbijt is genuttigd, de lunchtrommeltjes gevuld en de tafels, banken en bagage in de truck geladen nemen de fietsers afscheid van de begeleidingsgroep en vertrekken ze. De eerste tientallen meters tot aan de weg worden lopend afgelegd want we zijn erg voorzichtig geworden vanwege de vele lekke banden door de doorntjes van de (wsch. Acacia) struiken. Bij de weg aangeland worden de banden dan ook eerst gecontroleerd.
Het landschap is vandaag vrij vlak, de weg is recht, en het wordt een beetje saai. Maar we schieten wel lekker op. Er zijn veel landbouwveldjes, met pluimgierst en trosgierst en watermeloenen. Van de laatste kopen we er een vlak voor de 50 km stop, en we krijgen een gebarsten exemplaar gratis extra. Met bolle klotsbuikjes stappen we daarna weer op de fiets.
We zien veel kraaien van het merk 'Pied Crow', zwart met een witte kraag.
Bij de 75 km stop is alleen de Nissan aanwezig, want de truck is water aan het laden. We hebben twee voorraadtanks van samen 2 kubieke meter inhoud. Dat lijkt veel, maar we doen daar maar een dag of drie, vier mee. Omdat het water laden verschrikkelijk veel tijd kost, hebben we dan ook ingevoerd, dat er nog maar om de dag kleding gewassen mag worden. Vandaag kost het water innemen maar liefst twee uur, want het gaat met een soort tuinslang.
Als de begeleidingsgroep omstreeks 125 km naar een kampeerplekje uit gaat kijken zijn er rondom in de savanne allerlei brandjes, die nu en dan door een windvlaag weer oplaaien. Waarschijnlijk gaan de brandje vanzelf weer uit als het gras op is. Het droge gras verbrandt, de bomen en struiken zijn groen, zitten vol sappen en overleven de brand. Maar met je tentje moet je er toch maar niet tussen gaan staan. Ontstaan deze brandjes spontaan, of door weggegooide peuken langs de weg, of worden ze bewust aangestoken om nieuw, vers gras te krijgen voor het vee ? We filosoferen er lang over, maar komen er niet uit.
Dan nog de gewetensvraag ' wil ik dit werkelijk?'. Ik heb als een echte journalist, gewapend met blocnote en pen enkele van de fietsers geinterviewd. De eerste reactie was meestal iets in de trant van ' ja, na anderhalf jaar voorbereiding wil ik dit natuurlijk'. Maar een echte journalist vraagt door, en dan komen er toch ook wel antwoorden, die ik hier alleen zonder bronvermelding zal weergeven.......
Het eerste thema is het plezier, dat we beleven, aan het fietsen door Afrika, aan het elke dag je tentje opzetten en er 's avonds inkruipen,. Ook het plezier van de prestatie om met je fietsje het Atlasgebergte van Marokko te bedwingen, of om op de fiets de weg van Dakar via Bamako naar Ouahigouya af te leggen is geweldig. Een van de geinterviewden gaf aan, dat deze tocht twee jaar geleden begon als een droom, die langzamerhand werkelijkheid is geworden. Hij had nog steeds het gevoel dat hij een droom aan het beleven was.
Het tweede thema betreft de fysieke kant. Deze tocht betekent een aanslag op je conditie. Gaandeweg de tocht wordt je sterker, tot een bepaald niveau, maar dan komt er een omslag, waardoor je je uitgeput gaat voelen. De verhouding tussen de gevraagde energie en het beschikbare eten raakt zoek. Je gaat veel meer eten dan thuis, veel suiker in de thee en koffie, enzovoort. Spanje was het zwaarste traject, hier in Afrika is het vooral de warmte, die je nekt.
En het derde thema is de groep: De groep is goed, maar wordt ook een soort macht. Er gebeuren dan dingen, die je zelf eigenlijk niet wilt. Het gedonderjaag in de groep wil ik NIET. En een Dakar-instromer moest erg wennen aan de ingesleten gewoonten van de driemaandfietsers.
Maar iedereen heeft plezier in de tocht en het projekt, en we gaan vol goede moed verder naar het einddoel Ouahigouya.
Bart
Pech onderweg
Eerst iets over het verloop van de dag.
Het is vandaag Allerzielen en de groep staat tijdens het ontbijt stil bij mensen die het afgelopen jaar van ons heen gegaan zijn. Voor ons is dat met name Co natuurlijk.
We hebben goed ontbeten en kunnen vroeger als de dag ervoor vertrekken. Dit is om de warmte voor te zijn.
Om 6.30 uur op de weg, de banden controleren om de prikkers er uit te halen die mogelijk in de band zitten.
We rijden op tijd weg en het asfalt is ons goed gezind. De weg loopt lekker.
Als het 10 uur is wordt de 1000 Km gepasseerd voor de Dakar groep en 5 minuten later is voor de 3 maanden groep de 7000 km onder de wielen door gegaan. Als we willen vertrekken na de 50 km stop
staat de achterband leeg van de fiets van Gerie.
De reis gaat voorspoedig en de kilometers vliegen onder de wielen door. Als we in de plaats Diangounie-camara komen kunnen we een cola-stop maken .
We staan op een hoek van een kruising en het lijkt wel of er een overleg plaatsvindt. Dielof en Floor nemen ook zitting in het comité, maar wat er besproken wordt is de twee niet duidelijk.
Nu het thema pech onderweg .
Dat hebben wij natuurlijk ook, met al die lekke banden, en dat lijkt op de pech die de vrachtwagenchauffeurs hier in Afrika ook hebben. Alles wordt hier langs de weg gerepareerd. Na de cola-stop
zien we een auto waar de complete versnellingsbak uit is gehaald. Alle onderdelen liggen op de straat. Als we 5 km verder op onze kampeerplek zijn, zie ik nog een vrachtauto staan. Ik ga daar even
een kijkje nemen. De monteurs liggen uit te rusten onder de auto. Ik vraag of ik foto's mag maken en dat is goed.
Ze laten zien wat er mis is. De carterpan is onder de motor vandaan om vervolgens de zuigerstangen los te kunnen maken. Wij hebben veel lekke banden maar de vrachtauto's ook. Dit komt door de vele
gaten in de weg en de slechte kwaliteit van de banden.
Herman
Wat zijn we zonder communicatiemiddelen?
Het moest er een keer van komen.
Iedere keer een andere kampeerplek, dus ook staat je tentje iedere keer weer ergens anders. Nou heb ik al een slecht richtingsgevoel en je snapt het al, ik was gisteravond gewoon mijn tentje even
kwijt. Nu zijn er totaal 5 van deze mooie, oranje North Face tentjes, dus dat maakt het ook al extra ingewikkeld. Maar dat kan je dus zomaar overkomen als je al 72 dagen op stap bent.
Dan gaat uiteindelijk om 7.00 uur onze fietsdag beginnen. We nemen afscheid van Trudie, Joyce, Kees en Ben, na mondeling gecommuniceerd te hebben dat we ze ergens onderweg zien, nadat zij weer boodschappen hebben ingeslagen in Kayes.
En over de diverse vormen van communicatie wil ik wat meer schrijven in dit dagverslag.
Wat zouden we namelijk zijn zonder onze mobieltjes en onze laptops. Je zou voor de lol eens een kijkje moeten nemen in de truck, op het plekje naast de koelkasten waar alle apparatuur opgeladen kan
worden. Eén slangenbende aan snoeren voor het opladen van mobieltjes, fototoestellen, laptops, scheerapparaten, GPS-apparaten etc.
De eerste vraag die ook altijd geroepen wordt als de begeleidingsgroep een overnachtingsplek heeft geregeld is dan ook altijd: 'Is er Wifi'? Want we hebben totaal 6 laptops mee, wat erg handig is om al die mooie dagverslagen uit te werken. Dus op een rustdag duiken we met een vaste groep de lokale internetcafé's in of we gebruiken de internetmogelijkheden van het hotel als er dus wifi is. En er wordt dan wat afgemaild hoor, dit soms ook wel tot ergernis van de traditionele papieren dagverslag-schrijver die we natuurlijk ook in onze groep hebben.
En wat dacht je van het SMS-en. Dé manier om op het moment dat het jóu uitkomt (dit betekent dus pas als je om 21.30 uur ‘s avonds in je tentje ligt), nog even een berichtje naar het thuisfront te
sturen. En ook is het gewoon hartstikke leuk om elke dag een sms'je van thuis te krijgen. Zo blijf je toch nog een beetje op de hoogte van wat er allemaal thuis gebeurd (als je dat tenminste zelf
wilt). Als er tenminste bereik is met een provider. Dit laatste is wel eens een probleem, waardoor de communicatie weer iets vertraagd.
Ik denk zelf dan ook dat al deze gemakkelijke vormen van communicatie de hoofdreden is dat er (en nu spreek ik over de drie-maand-fietsers) helemaal niet over heimwee wordt gesproken. Want op zich
drie maanden onderweg, ver van thuis hebben we allemaal nog niet eerder meegemaakt.
Dan nog even naar de fietsdag van vandaag, onze tweede dag in Mali.
Gisteren hadden we een wat minder afwisselend landschap maar hele leuke stops (gelukkig zonder naweeën na het eten van het overheerlijke bisap-ijsje door velen van ons). Vandaag was het andersom,
dan weer heel groen door de bomen en hoge struiken tot aan de rijweg. Een kwartier later hebben we weer een wijds landschap, met hele warme kleuren van lichtgeel, okergeel tot oranje of terracotta.
En we zagen weer een aapje, hoog in de boom zitten. Ook hebben we vandaag voor het eerst enkele klimmetjes te nemen. Waar ze vandaan kwamen weer ik niet, maar we zagen soms weer wat bergen om ons
heen.
Mede door deze klimmetjes, het soms slechte wegdek, in combinatie met de toenemende hitte, werd het voor een aantal een zware dag tot een te zware dag. Via de satelliettelefoon, die we altijd bij
ons hebben, werd de Nissan dan ook opgeroepen of die Trudie en Marjan op wilde komen halen. Dielof en Floor bleven bij hen wachten en nadat Ben en Joyce met de Nissan hun had opgehaald, gingen
Dielof, Floor en Joyce met recordsnelheid de andere fietsers achterna. De hitte (in de schaduw gaf mijn thermometer ruim 40C aan), werd ook Gerie en Johan teveel, zodat Ben nog een extra ritje te
gaan had met de Nissan.
Onderweg zien we ook nog een flinke bermbrand. Gisteren zagen we ook al zwart geblakerde stukken grond, vlak langs de weg. Veroorzaakt door een weggegooide peuk of om het groen bij het asfalt weg te houden zodat er minder dieren aangereden worden en dus minder ongelukken?
Uiteindelijk komen we om 15.30 uur aan bij de kampeerplek van vandaag. Een bijzondere plek, want we staan allemaal met ons tentje onder de beroemde Baobabbomen, die vol hangen met de groene vruchten, die helaas nog niet rijp zijn. En dit keer sta ik weer wat dichter bij de truck, dus vanavond zal ik vast minder problemen hebben om het juiste oranje tentje in één keer te vinden.
Nog wat cijfers t/mde 73e dag:
- Totaal aantal kilometers: 6.940 km (dus morgen de 7.000e km!)
- Totale fietstijd: 339 uur en 30 minuten
- Gemiddelde snelheid totale afstand: 20,4 km per uur
- Aantal lekke banden: 36 stuks
José.
Saaie dagen bestaan niet
Het is zondag iedereen krijgt van Johan een overdenking uit de serie 'spirituele inzichtkaarten'. Ik trek: -'Alles wat op angstdenken gebaseerd is, mag ik nu loslaten'. De associatie met Bram Vermeulens 'Boven op de berg' is er meteen. '- Was het de wind die mij vertelde / Je bent nooit alleen op deze aarde / Je bent nooit alleen als je samen met jezelf bent.' Een lijflied tijdens mijn fietsvakanties. Ik fiets al een jaar of 20 lange afstanden in m'n eentje. Daarbij geef ik vaak op de vraag of alleen fietsen niet eenzaam en angstig vind, het antwoord, dat ik met mezelf fiets en dat ik het wel goed kan vinden op een fietsvakantie met mezelf. Het belooft vandaag een goede dag te worden.
We hebben vandaag wel een paar hobbels te verwerken: De eerste is of vandaag de truck wordt vrij gegeven. Alle papieren zijn gisteravond, dankzij Adema, die fantastisch werk doet voor de groep,
maar daarover straks meer, nog in orde gekomen. Dat alle papieren nu in orde zijn wil in Afrika nog niet zeggen dat het dan oké is. Om 10 uur zal iemand naar onze papieren kijken. We besluiten om
om 7.30 op de fiets weg te gaan en rekenen erop dat de truck ons vandaag op een x moment wel zal volgen en inhalen. Andere optie is om een minimale bagage mee te nemen en dan in een hotel te
overnachten mocht de truck vandaag toch niet komen.
Tweede hobbel is dat we de route nog niet bepaald hebben. We kunnen na Kayes over de snelweg N1 naar Bamako. Dit is een goede weg, maar een lange en mogelijk erg drukke weg. We kunnen in plaats
daarvan ook over een kleinere weg nemen, maar die is volgens de kaarten onverhard en op een paar stukken nauwelijks begaanbaar. We besluiten onderweg te kijken naar de drukte op de N1 en in Kayes
bij een politiepost te vragen naar de staat en drukte van beide wegen. Wij dus op weg. De grens is voor ons fietsers geen probleem, stempels in paspoort hebben we al. Dan volgt de tolweg. Een
tweebaansweg met goed asfalt maar hier en daar een paar grote kuilen en hopen asfalt. Het is doodstil op de weg mogelijk omdat het zondag is. Langs de weg nauwelijks dorpen en verder niks te
beleven. Er zijn alleen veel baobabbomen, die ik prachtig vind. Eeuwenoude, echt origineel Afrikaanse bomen in prachtige vormen. Zij leveren baobabvruchten die na droging poeder opleveren waar
fruitsap van gemaakt wordt. In deze tijd verliezen ze hun bladeren om het vocht, honderden liters, vast te kunnen houden in de stam. De bomen zijn prachtig. Verder belooft het saai te worden. Maar
niks saai, wij maken altijd wel wat mee. Plotseling een mooie rivier waar vrouwen de kleding wassen. We maken foto's. Dan weer drie grote watermeloenen langs de weg. We kopen er twee, één om mee te
nemen en één eten we op. Adema, onze eigen Mo de regelaar, zorgt voor alles. Hij spreekt Dioula. Dit is de taal in Mali en Burkina. Hij geniet er zichtbaar van om het te kunnen spreken. Adema is
een zeer enthousiast verteller over de natuur en de gebruiken hier. Hij weet ontzettend veel en is door kennis en enthousiasme een fantastische promotor van West Afrika. Voor ons is hij een
fantastische gids en regelaar.
Even na de rivier troont hij ons mee een plantage / boomgaard in met: bananen-, mango-, citroen- papaya- en pommes ganate bomen en pimaplanten. De plantage ligt aan de Senegalrivier en wordt van
daaruit bevloeid. We dalen nog even af naar de rivier. Op de plantage horen we dat de truck en Nissan er aan komen. We ontmoeten elkaar op een colastop waar we ook bisaap ijs wordt verkocht. Er is
gekookt water gebruikt wordt ons bezworen. We zullen het ervaren. Daarna rijden we door naar Kayes. .De tweede grote stad van Mali na de hoofdstad Bamako. De gebruikelijke Afrikaanse taferelen.
Volgens Herman is het er zo vies dat de ratten in overall lopen. We nemen daar ook een half uurtje om na een fietstocht dwars door de stad nog even wat rond te kijken bij de Senegalrivier waarin
gewassen, gezwommen en gevist wordt. Daarna zoeken we een kampeerplek even buiten de stad. Kortom niks saai, maar weer enerverende dag, waarvan later in de evaluatie iedereen zegt: Lekkere dag
gehad.
Rolf Hoekstra
De held van de dag
Je blijft je verbazen in Senegal. Als je wild kampeert, staat er opeens een auto langs de kant van de weg. Er stappen vier mannen uit. Zij komen door het struikgewas naar ons kampement. Wij zijn
uiteraard weer aan het banden plakken. Wij plakken voor het hele peloton. De vier mannen kijken erg goed rond. Zij hebben een lege colafles bij zich. Zij willen graag benzine. Hun tank is leeg,
naar verluid. Na ampel beraad besluiten Kees en Adama met de Nissan de pechauto met de vier mannen naar het zes km verder gelegen dorp en tankstation te slepen. Dit om te voorkomen dat andere
weggebruikers op hetzelfde idee komen. Bij het tankstation aangekomen besluiten de vier mannen om toch niet te tanken. Ze hadden wel nog meer noten op hun zang. Zij wilden ook graag whisky. Terwijl
wij de grootste moeite hebben om ergens een blikje bier te kopen.
Alle begrip. Wij zijn tenslotte in een land waar 90% moslim is. Toen we hen met dit feit confronteerden, bleek dat zij op dit vlak de weg naar het alcohol depot wel wisten. Wij zaten volgens hen
dichtbij een legerbasis. Dus er was alcohol in overvloed te krijgen. We hebben inderdaad enkele blikken bier weten in te slaan. 's Avonds kwamen de mannen zonder blikken of blozen nog enig geld
halen, want er was te weinig betaald voor het bier. Weer keken zij te veel rond en verdwenen. Die avond legden we voor het eerst alle fietsers aan de ketting. Adama kreeg er die nacht weer een
nieuwe taak bij namelijk nachtwaker. Hij was overdag al dagkapitein geweest.
Een tweede wonderlijk incident de volgende dag. We zitten onder een boom voor de noodzakelijke verfrissing. Er stopt een auto. Deze keer komen er twee mannen uit. Eentje wil heel graag een foto van ons maken, maar helaas hij heeft geen batterijen voor zijn fototoestel. Hij stelde erg veel vragen. Hij schudde twee batterijen uit zijn toestel en wilde van ons twee nieuwe. Door de ervaring wijs geworden hadden wij die ook niet. Hij stapte zonder foto weer in zijn auto en verdween.
De volgende dag werd het oorspronkelijk door Ton Baltus bedachte volslagen maffe idee van een monsterfietstocht absoluut realiteit. Een traject dat je gelijk in de top drie qua zwaarte brengt, zodat ook de instromers nu echt meedoen. Onze laatste restjes energie werden helemaal opgebruikt. De beelden die je had bij het woord monsterfietstocht smolten als sneeuw onder de Afrikaanse zon. Het was extremer. Welke lacunes hebben er misschien toch nog in de trainingen gezeten? Moet je simpelweg stellen dat hier niet op te trainen valt? Moet je eenvoudig blij zijn dat je dit doorstaat? De echte experts zeiden dat je dit soort dagen het beste onthoudt. Dat klinkt alvast hoopvol.
In de stad Ourossogui hebben Adama en ik verwoede pogingen gedaan om een nieuwe band te kopen, omdat Adama's voorband weinig vertrouwen uitstraalt, hoewel anderen beweren dat dit profiel zo hoort. Iedere keer werden we een paar 'winkels' verder gestuurd, maar helaas. Er werden uit alle hoeken en gaten banden te voorschijn gehaald, maar de vereiste maat was niet aanwezig. Totdat er eentje was waar inderdaad 28 opstond, 28 x 1 1/2 om precies te zijn. We mochten de band er om heen leggen. Als die goed was betalen, zo niet dan nam hij hem terug. Ter plekke hebben we de band er om heen gelegd, maar hij lubberde aan alle kanten. Kennelijk een andere 28. Daarna hebben we voorlopig de pogingen opgegeven.
De volgende dag waren wij al om 11.30 uur bij de stad Kidira, een zeer modderig stadje aan de grens met Mali. Wij fietsers konden vlot de grens over na de bug over de Senegal rivier, manoeuvrerend
door een complete chaos van drie rijen vrachtwagens. De meesten stonden er al uren zo niet dagen. De chauffeurs lagen op een deken onder hun vrachtwagen te slapen, zaten op een stoel onder de
laadbak. Eentje had er een hangmat gespannen en groette ons vriendelijk.
Herman is daar nog bijna zijn filmtoestel kwijtgeraakt. Hij stond de slagboom te filmen toen plotseling een douanebeambte op een brommer op ons afstoof. Floor stond daar vlak bij, ook met een rood
wielershirt. De beambte verwisselde de ene met een rood shirt met de andere. Floor had slechts twee mandarijnen en zijn handschoenen op zijn rug en Herman kon in die tijd snel zijn toestel in zijn
fietstas opbergen.
Een heel ander verhaal gold voor de Nissan en de truck. Een complete herhaling van zetten met Dakar. Weer formulieren, douanebeambten, transiteurs en andere regelneven. Toen kwam Adama in zijn element. Hij heeft achter op de brommer van een bemiddelaar de afstand naar Kayes in recordtempo afgelegd om daar voor 19.00 uur een formulier bij de douane op te halen. Een gehandicapte man, die met zijn handen op slippers door het douanekantoor zich voortbewoog, was hem zeer welgezind. Deze man belde naar zijn superieur in Kayes, die al uren naar huis was voor het weekend. Die is vervolgens, speciaal om een handtekening te zetten, naar zijn kantoor gekomen, waar Adama en de transiteur zaten te wachten op de hoogste verdieping. Diezelfde avond op de bromfiets onmiddellijk terug, weer 90 km. Het is gelukt. Met dit formulier kan de volgende ochtend om 10.00 uur het posten voor de slagboom beginnen.
Een tweede wapenfeit is het laten bezorgen van het Exped luchtbed van Marian in Kidira. Zij was het vergeten in het hotel in Ourossogui. Dankzij vriendelijke doch zeer pertinente telefonades door Adama vanaf de fiets richting Kidira is dit luchtbed met een busje bij de douane afgeleverd, zodat deze jeune fille niet meer op de kale harde grond hoeft te slapen in haar tentje.
Adama verwierf die dag de absolute helden status.
Wij verlieten het wonderlijke Senegal en gaan het al even wonderlijke Mali binnen
Adama en Floor
De Vlaggendrager
De commandant van het legerkamp in Ouro Sogui had het de dag er voor al aangekondigd: de weg naar de grens van Mali zou wel geasfalteerd zijn, maar we konden heel wat gaten in de weg verwachten. Na een goed ontbijt en een lekker gebakken uitsmijter in ons lunchpakket, gingen we vol goede moed op weg om in twee dagen tijd de grens van Mali te bereiken. Het was bewolkt en de wind stond gunstig dus was het ook voor al diegenen die eerder een keer hadden moeten afhaken een uitstekende rit om hun zelfvertrouwen en conditie weer op peil te brengen. Wel moest ik onderweg regelmatig terugdenken aan de kampcommandant die gisteren honderduit vertelde over Senegal. Hij was heel behulpzaam en amicaal toen wij hem vroegen of we onze waterbassins mochten vullen op de legerbasis. Iets wat bij elkaar twee uur zou gaan duren want het was maar een klein waterstraaltje dat uit het slangetje kwam. Toch wel heel bijzonder dat je zo midden op een actieve legerbasis met je truck mag staan. We stonden vlak bij de reveilleplaats waar elke morgen de soldaten zich moeten opstellen. We zagen en hoorden ook een trompetist die aan het oefenen was voor het moment dat de vlaggendrager vol trots naar voren mag komen om de nationale vlag van Senegal te hijsen.
Dat brengt me bij de vlaggendrager van ‘fietsen voor Burkina'. Als voorzitter had Bart Korf vanaf de eerste dag dat we vanuit Limmen vertrokken een rood, wit, blauw vlaggetje aan zijn bagagedrager hangen. Na een paar dagen had Co het reservevlaggetje van Bart gekregen om die als wegkapitein ook aan zijn fiets te hangen. Dat reservevlaggetje is daarna op de nieuwe Nissan gehangen. Na het overlijden van Co heeft Bart, toen hij besloten had naar huis te gaan, het vlaggetje plechtig aan zijn opvolger Rolf gegeven. Toen Bart twee weken later zich weer samen met Martha aansloot bij de groep was duidelijk dat hij het voorzitterschap weer op zich nam. Rolf heeft het vlaggetje toen weer plechtig aan Bart overgedragen. Dat het vlaggetje nu even niet te zien is op de bagagedrager van Bart heeft alles te maken met onze veiligheid. Toen we de Westelijke Sahara binnen reden, richting Mauritanie, hebben we de vlaggetjes en ook de Burkinafietskleding verwijderd om niet te veel op te vallen. Maar we weten dat Bart onze vlaggendrager is. Bij grensovergangen, politiecontroles en andere voorvallen is hij onze vertegenwoordiger en weet hij als voorzitter eenieder tot zijn recht te laten komen. Het vlaggetje en ook de Limmer vlag (sorry Aaltje) en de sjaal van RKVV Limmen (ook voor velen een soort vlag) zal in Burkina Faso vol trots uit onze bagage tevoorschijn worden getoverd.
Morgenavond zijn we misschien al in Mali en zullen we het schitterende Senegal weer moeten verlaten. Maar als ik zou moeten kiezen wie voor mij de vlaggendrager is van dit vriendelijke volk, dan is dat voor mij de gids op het eiland Goeree. (Nederlands woord met de betekenis: goede rede/haven) Toen we in Dakar moesten wachten op de vrijgave van de truck brachten we een bezoek aan dit slaveneiland voor de kust. Een man met een soort pipo-pak met allemaal gekleurde stukjes stof er op bevestigd, was onze gids. Hij trok de hele middag met ons mee op en bracht ons bij de vestingwerken en kanonnen en ook naar de plaats waar een gedeelte van de film ‘de kanonnen van Navaronne' is opgenomen. Maar in het bijzonder wist de gids ons te boeien met zijn verhalen en uitleg over de tijd van de slavernij. Het was zijn wijsheid en betrokkenheid bij het eiland en haar geschiedenis, dat ons zeer raakte. Hij vertelde ons - terwijl wij bij de uitgang van de deur stonden waar na gevangenschap en ontbering, de slaven vastgeketend de boten in werden gedreven, op weg naar Amerika - over hoe hij kon vergeven maar niet vergeten wat hier ooit gebeurd is. Hij vertelde dat hij zich een wereldburger voelt en geen Afrikaan of Europeaan. En al die gekleurde stukjes stof waar zijn kleding uit was gemaakt, staan voor de 80 verschillende etnische bevolkingsgroepen in de wereld. Hij droeg dus een soort vlag. De gids wilde ook niet bij een bepaalde religie of godsdienst horen, maar hij wees wel naar boven toen hij vertelde dat hij met Gods hulp, zich wil blijven inzetten om te zorgen dat de geschiedenis van het Westelijk gedeelte van Afrika niet uit de geschiedenisboekjes zal verdwijnen. Een bewogen man. Een ware vlaggendrager.
Johan Olling
Na het afzien de kilometers inhalen op de rustdag
Vanmorgen, een ochtend als de andere, alleen nu eens om 05.00 u. eruit. Na de tocht van gister leek het beter om echt met licht worden op de fiets te zitten. En de Nissan en de Daf moeten ook op tijd kunnen vertrekken.
Dus na de eigen kampeerspullen ingeladen te hebben en genoten te hebben van 1 3/4 pannenkoek, helpen we de kampkeuken op te ruimen. Het lukt. Even voor 07.00 uur staan we startklaar op de weg. De eerste mensen zitten al op de fiets als er wordt geroepen: 'Lekke band!'
Marjan heeft een platte. Snel rem los, wiel eruit. Pomp uit de Nissan in plaats van het fietspompje. Band wisselen. Tien minuten later zet het peloton zich weer in beweging. Nog steeds zitten we op onverharde weg. Hobbels, bobbels, kuilen, gravel, losse gravel, zand, los zand, een paar slingerbewegingen en een voet aan de grond. Afstappen, duwen en lopen. Opstappen en weer fietsen. Vijf trappen, vlug schakelen, wat meer kracht, rechtuit anders sta je meteen weer geparkeerd. Er wordt al gezegd dat het techniek is.
We zijn enkele kilometers op weg als er wat olifanten opgemerkt worden. De groep reageert enthousiast. Zouden olifanten rustig blijven voortsukkelen bij zoveel lawaai van een kudde fietsers? Als we dichter bij komen, blijken het karretjes brandhout, getrokken door een ezel. Wat volume betreft zouden het olifanten hebben kunnen zijn.
Het fietsen gaat voorspoedig. De voorste fietsers houden het tempo wat lager en af en toe stoppen we even om de 'bezemfietsers' bij te laten komen.
Na een kleine 35 km. komen we bij een flinke plaats, even voor Matam. Ben, Trudy en Trudi gaan op verkenning uit. Wij wachten onder een boom. Naar blijkt vlak bij een ziekenhuis, waar het bezoek de was te drogen hangt over de struiken aan de kant van de weg. Het hotel is na 5 hobbels bij de rotonde links en dan aan de rechter kant.
Hier zijn alle voorzieningen waar we op hopen, aanwezig. Hotel, internet, iemand die de was van de groep wil doen, een kroeg etc.
Als om 13.30 uur de truck, vol van het geladen water in de tanks, arriveert, is het nog even druk om je tas te bemachtigen. Dan is het rustig. De meeste mensen hebben zich terug getrokken op de kamer voor een siësta....
Om 18.00 uur eten we in het restaurant van het hotel. Kip met patat en sperziebonen.
Dan nog even het grootste deel van de was van de lijn halen. Anders moet dat morgen vroeg gebeuren.
Dit was dan weer een dagje Senegal.
Dielof.
Door de hete zandbak
We worden om half 6 gewekt maar dat maakt voor mij niet zoveel uit want ik lag al vanaf 3 uur wakker. De hele nacht hoorde je een hond blaffen in de verte. We staan op een heel rustige plek in de
middel of nowhere en toch komen er weer mensen en kinderen op ons af.
Om 7.45 uur willen we op de fiets zitten en die anderhalf uur heb je echt nodig om je tent af te breken, spullen op ruimen, ontbijten en de tassen klaar maken voor onderweg, want het wordt een
lange warme dag van 90 km. Van Ranerou naar Matam. Dus veel water mee.
Er was een route gepland waar geen weg liep en ook geen kleipaden. Gewoon een zandpad. Wat een desillusie en dat 90 km. lang. Maar het had wel wat. Je doet niet voor niets met een monstertocht mee.
Daar hoort ook afzien bij. Om de 10 km. hebben we een stop van 10 min. In de schaduw van een boom. En dat is nodig ook. Bij de eerste stop vindt Bart een blauw plastic kopje, hij pakt 't op z'n
Afrikaans van de grond, bekijkt het en het is waarschijnlijk z'n kleur niet en als een echte Europeaan mikt hij het weer weg. Wat neem je de traditie van een land snel over hé! De weg wordt al meer
onbegaanbaar en worden we gedwongen om van de fiets af te stappen en door 't zand te badderen. Eén grote zandbak. Herman, de dagkapitein, houdt het goed bij, want om de 2 km. hoor ik hem zeggen: Zo
weer 2 km. - zo weer 3 km.- het lijkt wel een bypass. Na 25 km. hebben we de eerste grote stop, iedereen ligt gesloopt onder de bomen en evengoed blijven die monden maar gaan. Totdat ik het spel
introduceer wie het langst ze mond kon houden. En dat werkt. Rust in de tent. Want er wordt wat afgepraat. Zo waren we gisteren tijdens de stop aan het brainstormen over hoe we de economie in
Afrika konden opvijzelen. We bedachten, als Adama, onze techneut, nou door het hele land zonnepanelen neerzet, dan wekt dat energie op. Dus elektriciteit. Daar kunnen dan weer koelkasten op
aangesloten worden. Maar door die koelkasten blijft de kaas weer langer goed. Dus dan loopt de omzet van de kaasboeren weer terug. Schiet ook niet op dus. Uiteindelijk bedachten we dat we beter
blikjes tomatenpuree konden importeren. Want dat was niet te krijgen in de winkel. Dat is nog eens handel. We rekenden ons rijk. Maarrrrr.... dan moeten er wel recepten zijn waar de tomatenpuree
doorheen moet. Dus eerst een receptenboekje uitbrengen met heel veel tomatenpuree recepten. Zo slap ga je teuten als je weken met elkaar optrek. En dan heb ik het nog niet eens gehad over het
gesprek over de tupperware party . Hoe diep kan een mens dalen. We hadden te weinig brood mee en water en de truck kwam nog niet. Dat was balen... de weg werd al meer onbegaanbaar en uiteindelijk
na 50 km. de grote stop. En daar kwam de truck. We zouden 90 km doen maar er werd besloten 80, dus nog 30 te gaan. De Nissan werd ingezet om mensen op te halen die er helemaal doorheen zaten en dat
gebeurde ook een x aantal keren. De combinatie van het slechte wegdek en de hitte is bijna niet te doen voor een blanke. In de schaduw was het 38 en in het open veld 45 graden. Uiteindelijk is de
groep die overbleef gestopt bij 69 km. We besloten de resterende km. morgen in te halen op onze rustdag. De begeleiding had een mooie plek uitgezocht en de truck stond al. Dat staat altijd zo
gezellig. Tafels, banken en de keuken allemaal onder de luifel.
De begeleiding kon geen boodschappen doen want er was niets te krijgen. Maar evengoed toverde Trudi een heerlijke maaltijd op tafel. Dit keer geen toetje, dan maar een extra magnesiumpil. Na het
eten om de beurt onder de zelf gemaakte douche. Daarna nog even een bakkie koffie of thee. En om half 9 taaide er al veel af. Om 11 uur lag iedereen plat. Deze dag kwam in de top 3 van de zware
dagen. Rolf zou zeggen: Dit is een dag die je vertelt op 2e Kerstdag, want dat is een dag dat alle zware verhalen over tafel gaan. Maar de zwaarste dagen zijn bij nader inzien altijd de mooiste.
En morgen weer gezond op!!!!
De Wapper... Gerie